50 jaar – de rouwe waarheid

“Jij wordt dit jaar toch óók 50? En? Wat ga je doen? Groot feest zeker?”

“Eeeeeeh, nou nee, geen feest”.

“Wat bedoel je, geen feest. Hoezo niet? Juist jij zou toch moeten weten hoe kostbaar het leven is en dat je er elke dag juist een feestje van zou moeten maken?”

Ik probeer nog even voorzichtig van onderwerp te veranderen maar dat lukt niet.

“Nee sorry hoor Bar, je kunt toch geen 50 worden zonder het te vieren.
Het is een kroonjaar, een mijlpaal, het leven begínt op 50!”

In mijn hoofd vertaalt deze laatste opmerking zich in er zijn ook levens die stoppen op 47.
Maar ik zeg het niet. Ik hou me in. Ik blijf stil en neem een slok van mijn koffie.

“Kom op nou joh, da’s juist gezellig, je zult zien hoeveel mensen er dan op komen dagen, het met je mee willen vieren en met een glas bubbels om je heen staan, er voor je zijn.
Je hebt toch wel wensen?”

Ja dat klopt. Die heb ik. Eén hele grote die niet vervuld kan worden….
En die door niemand kan worden gecompenseerd. Al helemaal niet met kaarsen, een fles lekker badschuim,  een lunch of diner, fles wijn, cadeaubon of een dikke knuffel.

Daarnaast maar even heel open en eerlijk.
Naast het feit dat Tjebbe en ik vastomlijnde plannen hadden voor de invulling van ons gezamenlijke feest – we zouden dit jaar alletwee 50 worden en wilden onze 100 jaar vieren met een borrel en tapas bij strandpaviljoen Buiten in Scheveningen in juni – ontbreekt het mij aan de financiën om überhaupt een feest te geven. Al zou ik willen, het kàn niet.

En er kan wel meer niet. Zoals een vakantie, een nieuwe outfit, naar mijn favoriete kapper, een abonnement op een tijdschrift, een weekendje weg, etc.
En dan zijn er ook nog praktische dingen die ik toch echt eerst aan zou willen (lees moeten) pakken voordat ik überhaupt over het geven van een feest zou kunnen nadenken.

De steigerhouten loungeset die mijn lief vijf jaar geleden zo vakkundig en vol passie heeft gebouwd is rot. Ik heb het hart niet om hem te slopen maar het moet toch echt gebeuren. Hoe? Weet ik niet. Afvoeren van het hout is probleem twee.
De schutting bladdert, moet hoognodig geschuurd worden en daarna weer mooi blauw worden geschilderd, in de kleur die Tjebbe uitkoos.
De tuin moet met stevig groen hekwerk worden afgezet zodat Buster niet kan ontsnappen. Het tuinhuisje stort van ellende ook bijna in elkaar.
De middelen om dingen te vervangen of de fut om het werk op te pakken ontbreken.
Soms word ik er echt moedeloos van. En om nou te zeggen dat dát je in een feeststemming brengt, niet echt nee.


Ik kan gelukkig voorlopig nog wel op de twee Ikea stoelen zitten die ik drie jaar terug van Tjebbe kreeg voor mijn verjaardag. Ik hoop dat die het nog lang vol zullen houden.
Met een hekwerk voor Buster is er al een hoop gewonnen.  Misschien dat ik van een klein deel van mijn vakantiegeld iets van een loungebankje en een hocker kan aanschaffen zodat ik onderuit kan in de zon met een boek en een glaasje rosé. Toch nog een beetje vakantie, in eigen tuin.

Dat zou nog eens een cadeau zijn. Dat je eind april ’s ochtends wakker wordt, je schutting geschuurd, je banken vervangen, de tuin afgebakend en een nieuw houten schuurtje. Dromen mag gelukkig…