“Als het eerste jaar maar voorbij is, dan wordt het beter”.
“Die vier seizoenen die voorbij gaan, dat helpt, echt”.
“Jullie hebben laten zien dat jullie sterk zijn, die kracht is ongekend groot, jullie redden het wel”.
“Alle eerste keren zijn lastig, maar het went. De tweede keer is dan minder erg hoor”.
Hoe naïef kun je zijn. Om je aan dit soort opmerkingen vast te houden. Achteraf bezien heel naïef, vooral omdat ze gemaakt zijn door mensen waarvan de partner nog leeft.
Het is nonsens. Het eerste jaar was peanuts vergeleken bij dit tweede jaar.
Want in dat eerste jaar was ik verdoofd, rende door op adrenaline, stond continu in survivalmodus. De niet zo empathische opmerkingen en adviezen raakten me toen ook al maar niet zoals nu. Een jaar verder begin je te voelen. En dat voelt vreselijk.
Het gemis ongelofelijk veel groter.
De rouw nog zoveel rauwer dan voorheen.
De financiële situatie niet verbeterd, integendeel.
Nog geen eind in zicht met betrekking tot de administratieve shit.
Het is geen voortkabbelend gebeuren. Het gaat niet over.
De tegenslagen zijn er nog steeds, qua gezondheid, qua financiën.
En die gaan gepaard met zorgen. Waardoor het slaappatroon weer verstoord raakt.
Wat je oververmoeid en (volgens anderen) overgevoelig maakt.
Het is platgezegd gewoon KUT.
Zo, dat kan maar eens gezegd zijn.
De ‘speciale dagen’ zijn een tweede keer helemaal niet gemakkelijker.
Op je verjaardag (of beter gezegd je geboortedag want verjaren doe je helaas niet meer) komen er een paar lieve berichtjes binnen van de blijvers onder onze vrienden. Ik bezoek je graf, leg een roos neer en schrijf een blog. Het moet eruit. Dat lucht op. Als ik die publiceer reageert een aantal mensen alsnog. Ja, zo gaat dat.
We kunnen geen cadeautje meer voor jou kopen dus ik hang een zonnebloemposter op in onze achtertuin, koop de ring die jij mij had beloofd voor mijn verjaardag en een CD en armband voor Julia. ’s Avonds gaan we met jouw ouders uit eten. Het is een warm samenzijn en in gedachten ben je erbij.
Op de begraafplaats wordt voor het eerst een lichtjesavond gehouden, op 14 december.
Heel bijzonder, alle paden zijn verlicht met oliefakkels en er kunnen kaarsen worden gehaald om bij de graven te plaatsen. In de aula kun je een wensbal halen waarin je een passende tekst kunt doen. Julia, Ma en ik gaan met z’n drietjes en het is hartverwarmend om bij jouw graf nog lieve vrienden en lotgenoten te ontmoeten.
Met Kerst houden we het bescheiden dit keer. De Kerstavondborrel met open huis laat ik schieten. Vorig jaar hield ik krampachtig vast aan al onze tradities. Met diverse teleurstellingen tot gevolg. Mensen die altijd kwamen en nu ineens iets anders hadden. Daarnaast moet ik financiële keuzes maken en ook dat is een reden om deze traditie vaarwel te zeggen. Ik krijg geen berichten van mensen dat deze traditie gemist wordt dus het is prima.
Kerstkaarten versturen we ook dit jaar heel bewust wel. Of dat volgend jaar nog kan qua financiën weet ik niet maar dan heb ik nu iedereen in elk geval nog een mooie wens gestuurd. Met dank aan de troost- en dichtkaarten van Martin Gijzemijter. Die als geen ander kan verwoorden hoe lastig deze dagen kunnen zijn.

Op 17 december zijn jouw ouders 50 jaar getrouwd. Ze voelen er niets voor om dit te vieren. Heel begrijpelijk. Toch vinden Juul en ik dat het een felicitatie waard is dus brengen een speciale kaart en theaterbon. We blijven spontaan eten en Buster gaat voor het eerst mee naar hen. Gezellig. Dat zijn de mooie momenten!
We hebben geen kerstboom, maar versieren ons huis wel. Nieuwe lampjes in de prunus, lampjes in kleine kerstboompjes die we naar jouw graf brengen. Elke dat een kaarsje aan bij jou.
Jouw ouders komen eten op 1e Kerstdag. Het is een warme en waardevolle avond.
Op 2e Kerstdag eten we bij lieve vrienden. Ook met hen is het opnieuw warm.
De dag na Kerst onze trouwdag, Julia en ik gaan samen uit eten.
Met zoveel feestdagen achter elkaar is The Day After elke keer weer een nieuwe confronterende dag en tijd om bij te trekken van de dag ervoor is er niet.
Julia gaat op 29 december met een vriendin een dag naar Londen, met de bus. Dat doet ze nooit meer, wat een slijtageslag. Wel mooi weer, koud maar droog.
Ik ga die dag met vrienden wandelen en lunchen in Meijendel. Buster vindt het geweldig.
Dankzij die supertherapeut op pootjes moeten we er regelmatig uit en kan ik mijn hoofd ‘leeglopen’. Met Oudjaar gaan we naar Meijendel om zonder vuurwerk om ons heen toch een heerlijke lange wandeling te kunnen maken. Op oudjaarsavond slaapt hij ’s avonds door het beginnende geknal heen. Om 22.45 uur gaan we nog even wandelen en met de jaarwisseling zitten we met z’n drietjes heerlijk binnen. Nog even een laatste ronde om 01.30 uur en dan stappen we ons bed in.
Op de ochtend van 1 januari gaan we met Pa naar Meijendel. ’s Avonds komen ze bij ons eten, kaasfondue. Lekker en opnieuw heel gezellig.
De volgende dag eist de verkoudheid zijn tol en slaat door naar griep. Ik ben er een week door van de leg, bij Juul duurt het twee weken. Gelukkig knapt ze net weer wat op voor haar verjaardag. Haar 18e, een mijlpaal. Weer zonder jou….en weer vieren we het twee keer. Omdat het ’t vieren waard is!
Tja, zo gaat het ook in dit tweede jaar maar gewoon door.
Er volgen nog veel speciale dagen die ook weer lastig zullen zijn en waarbij ik nog niet goed weet hoe ik die invullen moet of kan. Ik word 50 dit jaar. En zie daar als een berg tegenop.
Niet qua leeftijd, ik ben heel dankbaar dat ik dat (hopelijk) mag meemaken.
Maar omdat we zulke vastomlijnde plannen hadden voor een gezamenlijk feest.
En ik het enorm K.. vind dat dit plan van ons niet door kan gaan. Omdat jij er niet meer bent. Ik wil jou naast me.
Op dat feest, in de auto, op de fiets, aan tafel, in bed…..
Natuurlijk ga ik door, er is geen andere keuze en ik ben het op zijn minst aan jou, onze dochter en mijzelf verplicht om er ondanks alles iets van te maken.
Maar gatverdamme wat is het zwaar dit kloterige ‘tweede jaar’.