Zondag 20 maart 2016, start van het nieuwe F1 seizoen in Melbourne. Om 6:00 onze tijd.
Bijwerking van mijn nieuwe weduwenstatus is dat ik vaak slecht slaap. En ik word ook altijd erg vroeg wakker. Vandaag komt dat een keer goed uit. “Elk nadeel heb zijn voordeel” zei Cruijff toch? Nou, heb ik in elk geval één voordeel van dat bizarre nieuwe slaapritme.
Ik installeer me op de bank met een deken en grote mok thee. De tv op RTL, ze staan net klaar voor de start en ik ben er ook klaar voor. Perfect timing.
Extra spannend – Max Verstappen start tijdens deze eerste race vanaf de vijfde plaats.
Zijn beste kwalificatie in die nog zo korte maar oh zo succesvolle carrière.
Als we nog geen half uur ‘onderweg’ zijn gaat het mis. Fernando Alonso en Esteban Gutierrez raken elkaar in de bocht. Beiden vliegen van de baan en de auto van Alonso belooft niet veel goeds. Compleet dubbelgevouwen, alsof hij in een slooppers heeft gezeten.
Ik kan ’t niet aanzien. Het ziet er niet goed uit en ik sta op om thee te halen.
Te kinderachtig voor woorden, alsof het dan niet doodeng is. Letterlijk. Want daar zit ‘m de kneep. Ik vind sommige dingen nu vaak DOODeng. Ongevallen, risicovolle sport, terroristische aanslagen, onze dochter met vriendin naar Parijs en dan horen dat daar een schietpartij is…
Rouw maakt dat ik alles nog meer voel, dat ik me eerder zorgen maak, dat ik snel in paniek ben en vooral dat ik heel snel huil. De enige andere keer dat ik me zo voelde was tijdens mijn zwangerschap. Toen was sprake van een hormonale overload. Nu is het een verdrietoverload. Waarom loop je anders te huilen om een dubbelgevouwen F1 bolide?
En opnieuw als Alonso ogenschijnlijk ongeschonden zèlf uit het voertuig kruipt.
Heel simpel. Omdat ik hier alleen op de bank zit en het er niet met jou over kan hebben. En ik me opnieuw realiseer dat ik het nooit meer met jou over iets kan hebben…ik mis je.