Die lustige Witwe

Nou bedankt hoor Franz Léhar en Victor Leon….
Jullie Hanna laat een behoorlijk pittige erfenis na.
Namelijk het idee dat je als weduwe graag snel weer de bloemetjes buiten zet.
En binnen korte tijd dus wel gekoppeld kunt worden aan een eigen Danilo.

115855068

Ik loop er nu al tegen aan dat ik niet aan het beeld van Die lustige Witwe voldoe.
Ja, nu ‘al’. En het is toch echt ‘pas’ acht maanden geleden dat ik mijn lief plotseling zijn laatste adem zag uitblazen. Onverwacht. Na een uur vechten. Op een zonnige camping.

Dat laatste uur staat nog levendig op mijn netvlies en die film speelt zich nog meerdere keren per week ’s nachts in mijn dromen af. Waarna ik badend in het zweet wakker word. Om me te realiseren dat het helaas meer is dan een nachtmerrie, het is namelijk echt waar.

Toch krijg ik nu met enige regelmaat signalen, subtiel en minder subtiel, dat het tijd wordt om weer wat vrolijker te zijn. Dat het helpt als ik meer naar buiten ga, leuke dingen doe, meer moet ondernemen, lekker uit eten moet gaan, of vaker naar het theater, misschien dat ik me erover heen kan zetten als ik een weekendje weg ga, een stedentrip bijvoorbeeld.

Ik moet het meer loslaten en liever nog achter me laten.
Die administratie kan toch wel even wachten?
En ik hoef toch niet aldoor zo eerlijk mijn gevoelens te uiten?
Zoals mijn teleurstelling in anderen?
Want ja, dat maakt het voor die anderen ook niet gemakkelijker om met ‘de situatie’ om te gaan. Waarbij ‘de situatie’ dus ineens alleen van mij is? Of is ‘de situatie’ synoniem aan mij voor anderen?

Goh, nooit aan gedacht natuurlijk. Aan die anderen. En aan hun gevoel.
Sufferds zijn het die dit denken. Natuurlijk realiseer ik me heel goed dat het voor anderen ook lastig is. Dat zij ook verdriet hebben. En dat ik voor hen ‘de dood op pootjes’ ben. Want ik herinner hen aan hun eigen kwetsbaarheid en, erger nog, sterfelijkheid. Hoe griezelig is het wel niet om te weten dat als Tjebbe op 47-jarige leeftijd zomaar ineens kan sterven datzelfde dus ook voor jou geldt.

Als íemand zich dat heel goed realiseert ben ik het wel. Ik word er namelijk dagelijks mee geconfronteerd. Als anderen mij een uurtje (of twee) zien tijdens de koffie, borrel of een etentje dan is dat heftig. Want ook dan uit ik mijn gevoel in gesprekken. Daarna wordt er vast nog even door hen over nagepraat als ik weer weg ben, of zij weer naar huis zijn, maar diezelfde avond gaat hun gezamenlijke leven weer gewoon door.
Voor mij is het blijvend anders. Leeg. Alleen en op sommige momenten ronduit eenzaam. Om het over de zorgen die het met zich meebrengt niet eens te hebben.

Hoewel het misschien wijs is om het ook eens over één van die zorgen te hebben.
De financiële zorg. Die maakt namelijk dat “een stedentripje met Juul om de zinnen wat te verzetten” of “een lading perkgoed kopen voor in de tuin om jezelf wat op te beuren” gewoon niet haalbaar meer zijn. Lastig voorstelbaar voor velen, maar een onontkoombaar feit voor ons. Datzelfde geldt voor het uitnodigen van anderen voor een borrel of etentje.
Of vaker naar het theater, de bios of concerten.
Nee we zijn niet arm. We hebben een dak boven ons hoofd, we kunnen eten en douchen en gaan van de zomer twee weken naar La Douce. En gezond blijven is nog wel de grootste rijkdom.

Uitjes, borrels, etentjes maken je ook niet ineens vrolijker. En een stedentrip ook niet.
Het verlies en gemis is te groot om zo gemakkelijk te compenseren. De glans is eraf.
Daar doet een uitje niks aan. Het zegt wel wat over hoe mensen denken. En daarmee weet je dan ook meteen waar hem de crux zit. Onbegrip. Niet opzettelijk, maar het is wel onbegrip. Want reken maar dat wij, als het kon, héél graag even aan onze realiteit zouden ontvluchten…..

Waarmee gelijk maar duidelijk wordt hoe belangrijk de mensen zijn die het ook niet écht begrijpen maar desondanks moeite voor je blijven doen. Die langskomen, bellen, uitnodigen en steunen door te luisteren. Die wél met ons samen willen zijn. Ook als we in een dip zitten. Die koesteren we.

Want relaties zijn heel makkelijk zolang het goed gaat en de ander vrolijk is.
De échte vrienden staan op en blijven bij je als het zwaar is.
Door die vrienden wordt het toch af en toe heel even mogelijk – wieder lustig zu sein….
Voor hen dus ook een foto met een knipoog, nog aarzelend verscholen achter de lok haar, van deze lustige Witwe in wording.

BB lustig

Paasgedachten

Op Witte Donderdag naar The Passion kijken, net als altijd.
Terwijl ik niet gelovig ben. Althans, ik geloof niet in God of Allah.
Er is wel íets, daarvan ben ik overtuigd maar dat noemen gelovigen dan liever spiritueel. Want dan past het weer in een hokje.

Maar het is niet meer net als altijd. Want wat mis ik mijn lief, met zijn smeuïge commentaar op alles wat voorbij komt. Gelardeerd met die zo typische Tjebbe-humor.
Hij zit niet naast me op de bank maar zijn opmerkingen hoor ik evengoed in mijn hoofd.
Als een Twitterfountain komen ze voorbij.
“Ach kijk nou zeg, Hazes is weer opgestaan, het kan dus kennelijk ècht” was de eerste geweest, dat weet ik zeker. Om daarna openlijk te twijfelen aan de onbevlekte ontvangenis van Maria, in de gedaante van Ellen ten Damme. Xander als Judas, te makkelijk, gevalletje typecasting. Lenette was de dans ontsprongen, die vond hij fantastisch. En dat was ze nu ook weer.

Eigenlijk is het nog opvallend goed te doen zo, met muntthee en haakwerk op de bank.
Totdat ik Maria hoor zingen
image

Boem….die knalt recht mijn ziel in. Hartezeer, tranen en compleet van de leg. Want wat zou ik graag willen dat dit waar was. Dat het kon. En omdat ik beter weet raakt het me juist zo enorm.

Goede Vrijdag bleek met recht een goede vrijdag. Mijn lieve vriendin komt langs. We kennen elkaar vanaf onze studietijd. Zijn elkaar een tijdje uit het oog verloren maar sinds een paar jaar is er gelukkig weer contact. Ik vind het telkens weer hilarisch om te merken dat zij, terwijl ze Asperger heeft, veel en veel empatischer is dan heel veel anderen in onze directe omgeving. Ze weet als geen ander te luisteren, al vertel ik het voor de duizendste keer. En tijdens dat luisteren merk ik ook de intense en oprechte interesse. Ze troost me, door precies het juiste te zeggen. Ze helpt me door ook over heel veel andere dingen te praten samen. We lachen veel. We hebben het goed. Met een bak thee voor ons neus vliegen de uren voorbij. We gaan niet naar het strand, dat laat het weer niet toe. Maar lunchen en shoppen in het Oude Centrum. Een warme dag. Die ook heel warm eindigt als ik mee uit genomen wordt door Juul naar de film. Heerlijk. Zomaar, spontaan. Niet koken maar met een boterham de auto in om op tijd in de bios te zijn. Het diner gecomplementeerd door een bak popcorn.

Zaterdag. Voor ons ligt het Paasweekeinde. Waarin families ontbijten, brunchen, dineren en erop uit trekken of in de tuin aan de gang gaan.
Samen. Compleet.
De incompleetheid wordt weer benadrukt.
Al zou ik willen kan ik er niet omheen.
Iedereen wenst elkaar Vrolijk Pasen en fijne dagen.
Op Facebook, in de krant, op tv, in de winkel. Ik ben niet vrolijk. Het voelt leeg.

Holle pasen

Een holle Pasen. Dat is het dit jaar.
We hebben wel genoeg te doen. Alleen niet in de categorie ‘leuk’.
Juul moet leren voor haar toetsweek en ik wil haar daarbij waar mogelijk helpen.
Ik heb nog een berg achterstallige administratie liggen om te archiveren.
En misschien kom ik dan toch ook eens toe aan een boek.

Ik doe nog een poging om de holle zaterdagavond te vullen maar helaas heeft iedereen al andere bezigheden.
Samen…. Tja, life goes on. Nou ja, ik heb het geprobeerd.
Dan vanavond maar Netflix bij de prosecco die ik voor een eventuele borrel had gescoord.
In al je allenigheid word je vanzelf flexibel. Elk nadeel heb zijn voordeel zou Cruijff zeggen. Hij komt boven in goed gezelschap terecht…

Toch word ik er wel verdrietig van. Want het tonen van initiatief is dus geen garantie voor succes. Ik loop al mijmerend hierover verder tussen de schappen in de supermarkt en uit frustratie doe ik mijzelf een bakje kleine fuêtworstjes cadeau voor bij de prosecco.
Daar krijg ik spijt van, varkensvlees is een aanslag op mijn gewrichten.
Maar hé, fuck-it.

En dan ineens krijg ik een signaal. Want ja, zo noem je dat als ‘spirituele’.
Bij de bloemist staan zonnebloemen. In maart. Nog nooit meegemaakt.
Dat moet zo zijn.
Dat is voorbestemd.
Ik neem ze mee naar huis.
Ze geven jouw kast kleur.
En warmte aan Pasen.

Zonnebloemen met Pasen

Lente

Zondag 20 maart 2016, het officiële begin van de lente.

Buiten is het nog fris en stiekem ben ik daar blij om. Want de zon matcht niet met de kou die ik nog steeds zo vaak voel. Ik zit ’s avonds met een omslagdoek op de bank. Als een soort beschermende extra laag. In bed ligt een warmtekussen. Zodat het daar minder leeg, groot en koud is zonder jou.

Als de zon schijnt wordt iedereen vrolijk. En zegt “Fijn weer hè?” Ik begrijp hen wel. Dat had ik vorig jaar ook, net als alle jaren ervoor. Alleen nu even niet.

De krokussen steken hun kop boven de grond, de knoppen zitten in de bomen en over een week of twee begint de prunus in de voortuin ook vast weer te bloeien. Een zee van roze bloesem die weer twee weken later naar beneden dwarrelt waarna het meestal gaat regenen en we de bloemblaadjes ons huis inlopen.

De vogels hoor ik kwetteren en zingen als ik ’s ochtends weer te vroeg wakker word. Dat vind ik eigenlijk wel fijn, dan ben ik tenminste niet de enige die wakker is om half vijf.

Maar dat blije gevoel van elk jaar, het is er nu gewoon niet. En dat voelt rot. Alsof ik veel meer verloren ben dan jou mijn lief. De blijdschap lijkt samen met jou verdwenen. Natuurlijk lach ik af en toe. Gisteren had ik zelfs even de slappe lach om een heel duf tv-programma. Echt de slappe lach, inclusief buikpijn en tranen. In eerste instantie van het lachen en later van verdriet. Omdat ik het gemis juist dan zo enorm voel.

“In de tuin aan de slag met perkgoed en de bloembakken weer vullen. Je zal zien dat dat je opvrolijkt. Gewoon doen”. Ik heb niks teruggezegd. Want het klinkt leuk. Maar dat betekent wel aankopen doen in het tuincentrum. Iets wat ik me tegenwoordig eigenlijk niet meer kan veroorloven. Ik recycle daarom de bolletjes die ik koop voor de twee glazen potten in huis. Die gaan de grond in nadat ze zijn uitgebloeid, zodat er volgend voorjaar hopelijk narcissen en druifjes opkomen in de nu zo kale tuin.

En als de AH moestuintjes het gaan doen, de rucola is al boven de grond, kan ik op z’n minst een poging doen om een mini-moestuin te beginnen.

Maar misschien vind ik de seizoenswisseling wel gewoon zo moeilijk omdat het een vorig seizoen afsluit. En daarmee heel duidelijk wordt dat de tijd zonder jou vanzelf steeds langer wordt.

image

Formule 1

Zondag 20 maart 2016, start van het nieuwe F1 seizoen in Melbourne. Om 6:00 onze tijd.

Bijwerking van mijn nieuwe weduwenstatus is dat ik vaak slecht slaap. En ik word ook altijd erg vroeg wakker. Vandaag komt dat een keer goed uit. “Elk nadeel heb zijn voordeel” zei Cruijff toch? Nou, heb ik in elk geval één voordeel van dat bizarre nieuwe slaapritme.

Ik installeer me op de bank met een deken en grote mok thee. De tv op RTL, ze staan net klaar voor de start en ik ben er ook klaar voor. Perfect timing.

Extra spannend – Max Verstappen start tijdens deze eerste race vanaf de vijfde plaats.
Zijn beste kwalificatie in die nog zo korte maar oh zo succesvolle carrière.

Als we nog geen half uur ‘onderweg’ zijn gaat het mis. Fernando Alonso en Esteban Gutierrez raken elkaar in de bocht. Beiden vliegen van de baan en de auto van Alonso belooft niet veel goeds. Compleet dubbelgevouwen, alsof hij in een slooppers heeft gezeten.

image

Ik kan ’t niet aanzien. Het ziet er niet goed uit en ik sta op om thee te halen.
Te kinderachtig voor woorden, alsof het dan niet doodeng is. Letterlijk. Want daar zit ‘m de kneep. Ik vind sommige dingen nu vaak DOODeng. Ongevallen, risicovolle sport, terroristische aanslagen, onze dochter met vriendin naar Parijs en dan horen dat daar een schietpartij is…

Rouw maakt dat ik alles nog meer voel, dat ik me eerder zorgen maak, dat ik snel in paniek ben en vooral dat ik heel snel huil. De enige andere keer dat ik me zo voelde was tijdens mijn zwangerschap. Toen was sprake van een hormonale overload. Nu is het een verdrietoverload. Waarom loop je anders te huilen om een dubbelgevouwen F1 bolide?
En opnieuw als Alonso ogenschijnlijk ongeschonden zèlf uit het voertuig kruipt.

Heel simpel. Omdat ik hier alleen op de bank zit en het er niet met jou over kan hebben. En ik me opnieuw realiseer dat ik het nooit meer met jou over iets kan hebben…ik mis je.

image

 

 

Aardbeien

De eerste komt de dag na jouw overlijden voorbij. Op het zonnige campingterras hoor ik iemand zeggen “Vreselijk hoor zo jong, maar hij heeft in elk geval niet lang geleden door ziekte of zo”. Niet voor mijn oren bestemd maar wel door mij opgevangen. Ik ben te overrompeld om te reageren.
Een dag later wordt door iemand aan een vriendin gevraagd “Wanneer gaan ze eigenlijk naar huis?”
Ik antwoord zelf, tot grote schrik van de vraagstelster, dat we nog in afwachting zijn van een telefoontje van de ANWB over onze vlucht naar Nederland.

De tweede situatie speelt zich af bij de lokale supermarkt als we net weer thuis zijn. Op zondagavond thuisgekomen en op dinsdag loop ik met een lijstje een beetje doelloos rond tussen de schappen. Op de groenteafdeling blokkeert een oudere dame mijn winkelwagentje. Er is geen ontkomen aan. Ze zegt “Zeg jij bent toch die vrouw waarvan de man op de camping in Frankrijk is overleden?” In reflex beaam ik dat.
Maar zeg wel dat ik niet zo goed weet waarom ze mij dit hier en nu vraagt en dat ik haar niet ken. “Natuurlijk wel, ik woon al sinds de bouw in onze wijk. Jullie zijn er veel later pas komen wonen. Je woont in dat huis met dat hekje met die Franse tekst, toch?”  Weer zeg ik ja en weer geef ik aan haar niet te kennen. Om van haar terug te krijgen “Nou zeg, je hoeft niet zo bot te doen” waarna ze doorloopt en ik ineens niet meer weet wat ik daar doe en in één streep naar de kassa loop. Thuisgekomen barst ik in tranen uit, want door dit intermezzo heb ik de helft van mijn boodschappen dus niet gehaald en moet ik terug. Vanaf die dag heb ik maandenlang heel vroeg in de ochtend boodschappen gedaan. Om dit soort ontmoetingen te voorkomen.

De opmerking die mij écht omver wierp was “Ach je bent gelukkig nog redelijk jong, dus je vindt vast nog wel weer eens iemand”. Serieus? Nog voor de uitvaart hoorde ik ‘m voor het eerst. Ik was zó ontdaan dat ik me heb omgedraaid en ben weggelopen. Om in de auto de ogen uit mijn kop te huilen. Waar haalt iemand het vandaan. Ik dacht dat het bij die ene keer zou blijven. Dat het gewoon een hufterig en onnadenkend persoon was. Niets bleek minder waar. Deze opmerking staat in de persoonlijke top 3. En is zelfs gemaakt door mensen die Tjebbe en mij kennen. En die dus zouden moeten weten dat we ook na 23 jaar nog smoorverliefd op elkaar waren. Dat we samen heel oud wilden worden. Dat hij daarmee voor mij onvervangbaar is. Dat je om te vinden moet zoeken en dat ik dat dus helemaal niet wil!

Maar met stip op 1 staat “Ja joh, het is hard, maar je moet verder”. Vooral geuit door mensen op hogere leeftijd. Soms mensen die hun partner jaren geleden verloren zijn maar tot mijn verbijstering ook door mensen die hun partner nog hebben. Alsof ik zelf niet weet dat ik door moet. Met de nadruk op moet…..

Op een druilerige dag, passend bij mijn stemming en na weer zo’n opmerking, zit ik thuis op de bank met een glas verse muntthee. En ineens hoor ik de stem van mijn lief in mijn hoofd die zegt “Ach joh, die heeft het empathisch vermogen van een aardbei”.

aardbeien

Een zo bekende gevleugelde uitdrukking waarvan hij er wel meer had. Het raakt me.
Ja, aardbeien zijn het. En wat zou ik er soms graag jam van maken. Ze eens fijntjes met de koppen tegen elkaar drukken en in elkaar prakken.

Ik deel de ervaringen en uitspraken met lotgenoten op een besloten Facebookpagina.
Ik blijk zeker niet de enige die dit soort opmerkingen te horen krijgt.
De aardbeienquote van mijn lief wordt binnen de groep dus ook met enige regelmaat aangehaald. Het is bizar dat mensen zo onnadenkend zijn. Maar wat vind ik het mooi dat jouw uitdrukking nu een vlucht neemt en een glimlach brengt op de gezichten van anderen die het soms ook zo verschrikkelijk moeilijk hebben.

En het is vast geen toeval dat ik mijn ontbijt soms aanpas…

beschuitje jam

Je mag me altijd bellen…

Op de borrel na de uitvaart kreeg ik van een vriend het boekje van Karin Kuiper met de titel “Je mag me altijd bellen”. Voorin een lief persoonlijk bericht.

Ik nam het mee naar huis in het tasje van de uitvaartverzorger, samen met het condoleanceregister, de overgebleven rouwkaarten en de linten van de bloemstukken. En niet te vergeten de fles Bushmills Honey die op jouw kist stond tijdens de uitvaart en waarmee ik een glas hief op jouw leven tijdens de borrel.

Na de uitvaart gingen we ergens eten. Ik kreeg er niet veel van mee en eten was wel het laatste waar ik behoefte aan had. Het huis voelde bij thuiskomst nog leger. In Frankrijk hadden we jou achter moeten laten en nu weer, definitief dit keer. Nu kwam je niet meer naar huis.

Terwijl we in die lange tijd tussen jouw overlijden en de uitvaart steeds mensen over de vloer hadden, de agenda vol stond met afspraken voor gesprekken en bezoeken en we geleefd werden was het nu ineens heel erg stil. Geen mensen, geen afspraken en geen doel.

Ik reed de dag na de uitvaart naar de AH voor wat boodschappen en twee maaltijdsalades. Het was opnieuw een warme zomerdag. In de AH doen anderen BBQ-vlees in hun mandjes en karretjes. Thuis overvalt het me ineens. Normaal gesproken zou jij aan het eind van de werkdag door ons tuinhek stappen, een liefdevolle kus op mijn mond drukken, naar boven rennen om je korte broek en slippers aan te doen en daarna de BBQ aan te steken. Om gezellig met z’n drietjes aan de picknicktafel in de zon te genieten van zelfgemaakte kipsaté en sla. Voorafgegaan door stokbrood met kruidenboter, een biertje en mooi glas rosé.

Niets van dat alles.
Juul en ik eten plichtmatig van de salades, we komen nog niet tot de helft. Ik bewaar de rest voor de lunch van de volgende dag. Ga naar binnen om koffie te halen en zie het boekje liggen.

Met koffie en boekje installeer ik me in de avondzon. Vanaf pagina één is het raak. Herkenning. Het rauwe van het verlies. De verwarring. De eenzaamheid. De wanhoop.
Het gevoel alsof je in het oog van een orkaan staat en de rest om je heen doordraait.
Een verwijzing naar “Paint it Black” van The Stones. Een nummer wat ik altijd al prachtig vond maar wat me nu pas écht raakt. Tot op het bot en in het diepste van mijn ziel.
Rolling stones je mag me altijd bellen

Ik kan het boekje niet wegleggen.
Verruil mijn koffie voor een glas wijn en sla een wollen doek om.
Als het uiteindelijk toch te kil wordt sleep ik alles naar binnen. We kijken met z’n tweetjes nog wat duf naar iets op tv en gaan dan naar bed.

Omdat ik sinds 30 juli niet of nauwelijks slaap pak ik het boekje weer en lees verder.
Uren later heb ik het uit. Ik sla het dicht en zie dan de subtitel “1001 dagen van rouw”.
Dat vind ik op dat moment een rare omschrijving, is dat niet wat lang?
Wist ik veel.

Inmiddels weet ik dat het een hele realistische prognose is. Tijd is voor veel mensen slechts een aanduiding voor wanneer je waar moet opdagen. Of om aan te geven hoelang je op vakantie gaat. Maar bij rouw geldt een andere tijdzone. Alles duurt schijnbaar langer of juist korter.

Het boekje wordt veel cadeau gedaan. Vooral aan ‘jonge’ weduwes. Het boekje zou pas écht goed tot zijn recht komen als ook de mensen om die nieuwe nabestaande het zouden lezen.Om het gevoel, de emotie, het verdriet, de eenzaamheid in al zijn rauwheid te (h)erkennen.

En om het besef te krijgen dat je alleen dàn de zin “Je mag me altijd bellen” uit moet spreken als je het ook écht meent. Of liever nog, die zin niet meer te gebruiken en gewoon op de stoep te staan en te vragen “Ga je mee, we gaan even naar…..”, “Ik wil graag…..voor je doen, kunnen we even een datum prikken?” of “Hoe gaat het écht met je” en dan keer op keer bereid te zijn om ook werkelijk naar het antwoord te luisteren.

Je mag me altijd bellen

Rouwchecklist

In het Algemeen Dagblad van vrijdag 11 maart 2016 lees ik een artikel over een scheidingschecklist ‘Online Rechtwijzer uit elkaar’, in het leven geroepen door de Raad voor Rechtsbijstand.
Doel: stellen structuur bieden bij alle rompslomp door een scheiding. Alle aspecten komen stapsgewijs aan bod. In de tekst staat “anders hebben scheidingspartners wekenlang te maken met een enorme papierwinkel”.

Het is die laatste zin die mij in het verkeerde keelgat schiet. Oké, ik ben altijd vroeg op en de krant lees ik dan ook vóór de koffie dus dat speelt mee. En het feit dat ik al twee weken achter instanties aanjaag om de correcte info te ontvangen voor de belastingaangifte. Omdat een aantal van die instanties, die weten dat het om een nabestaande gaat, hun jaaroverzichten niet uit zichzelf opsturen. Een enorme energievreter. Waar ik normaal gesproken mijn hand niet voor om zou draaien is nu vaak de druppel.
Je hebt emmers die overlopen maar je hebt ook lege emmers.
Mijn emmer is er één uit die laatste categorie.
Wekenlang te maken hebben met een enorme papierwinkel is peanuts, ik heb er al maanden mee te maken en het einde is helaas nog lang niet in zicht!

Aangezien schrijven voor mij dè methode is om mijn gedachten te ordenen en uiting te geven aan mijn gevoel besluit ik te reageren op het artikel en stuur een ingezonden brief per mail. Dat lucht op. Tijd voor koffie en de rest van de kranten. Echt even tijd voor mezelf, dankzij lieve vrienden heb ik een maand lang twee kranten gratis, pure luxe.
De rest van de dag breng ik door met bellen en mailen naar pensioenfondsen en de bank en het verder ordenen van de belastingpapieren.

De volgende ochtend een Appje van een vriendin; “Je brief staat in het AD, als bericht van de dag”. Ik sla de krant open en als ik het bericht van de dag lees herken ik mijn brief niet meer terug….

AD 12 maart

Er is niet ingekort, er is herschreven. En helaas totaal onjuist. Er wordt niet gesproken over een rouwchecklist en ineens ben ik van weduwe verworden tot gescheiden vrouw.
Ik ben lamgeslagen. Dit meen je niet. Het doet zeer. Vooral de zin die nu begint met
“Ik zit sinds mijn scheiding….” hakt er enorm in. Want ik ben niet gescheiden. Mijn lief en ik wilden niet uit elkaar. Wij waren nog steeds net zo verliefd als 23 jaar geleden en we wilden samen heel oud worden.

Ik ben verdrietig. De tranen lopen. Na een tijdje verandert het verdriet in boosheid.
Van een redacteur mag je toch verwachten dat hij of zij kan lézen en dus begrijpen wat er staat. En als dat niet zo is dat er dan even contact wordt gezocht met de auteur om de feiten te checken?
Ik zoek de colofon op en bel. Maandag pas weer bereikbaar. Ik laat het er niet bij zitten en stuur een mail. Waarin ik uiting geef aan mijn verdriet en het feit dat ik hun werkwijze onprofessioneel vind, verwacht dat er een rectificatie volgt en mijn brief nog een keer wordt geplaatst. Een door mij herschreven versie waarbij geen misverstand meer kan bestaan. Die middag laat ik de wind door mijn haren waaien en de zon op mijn snoet branden langs de lijn bij hockey. Dat helpt.

Een bijkomstigheid van de door het AD gemaakte fout in mijn brief is dat ik via LinkedIn bericht ontvang van gescheiden mannen die mij hulp aanbieden bij mijn administratie “omdat ze zelf ook heel goed weten wat een scheiding allemaal met je doet”. Vast lief bedoeld maar zo ongewenst. Ik zet deze ook door naar het AD, om hen te laten weten dat dit dus niet het effect is wat ik met mijn brief wilde bereiken.

Zondag ontvang ik een mail met excuses van een redactrice. Of ik mijn brief wil mailen.
En dat deze dan zaterdag 19 maart in de landelijke editie wordt geplaatst. Ik bedank voor het bericht, stuur mijn brief in en verzoek hen wel vriendelijk om er een opmerking bij te plaatsen waarom er een nieuwe versie geplaatst wordt.

Vanmorgen landt de krant op de mat. En inderdaad staat mijn brief er in. Met een naschrift van de redactie. Het is opgelost. Gelukkig maar want ook al lijkt dit voor anderen misschien triviaal voor mij is het cruciaal.

AD 19 maart

Het staat symbool voor alle eerdere keren dat dingen mis liepen in de afgelopen maanden.
Alle keren dat ik ergens meerdere keren achteraan moest bellen of mailen.
Alle keren dat ik wéér moest uitleggen dat ik écht ‘de weduwe van’ ben.
Alle keren dat ik ondanks mijn verdriet steeds weer het initiatief moet nemen.
Alle keren dat ik geconfronteerd wordt met onbegrip en onwil bij instanties van wie het de taak is om nabestaanden te voorzien van correcte info en gegevens.

En wat zou het daarom ongelofelijk fijn zijn als er een rouwchecklist zou komen.
Een lijst waarbij je kunt afvinken wat je gedaan hebt.
Een lijst die online staat en waarop de gegevens van organisaties en instanties correct  worden vermeld en bijgehouden.

Nog fijner? Een helpdesk die je telefonisch en online kunt benaderen met vragen over administratieve zaken rondom het overlijden van je partner. Kosteloos, omdat de financiële situatie van heel veel nabestaanden totaal anders wordt. Waardoor ze professionele hulp niet kunnen inhuren. Want een vraagbaak is geen overbodige luxe. In al je verdriet ook nog de ongelofelijk ingewikkelde administratie correct afhandelen is heel veel gevraagd, teveel….

Voor nu heb ik weer iets rechtgezet en opgelost.
En is het nu tijd voor koffie, de rest van de kranten en even een moment voor mezelf….

Rauwe rouw

Wat is rouw….

Geen idee.
Als je google erop los laat dan komen er allerlei definities bovendrijven.
En eerlijk gezegd is er geen enkele omschrijving die de lading echt dekt.

Op de site van In de Wolken zag ik wel een mooie omschrijving van het proces wat hoort bij rouw: “Rouw is geen ziekte, het is de normale aanpassing aan een verlies. Je staat voor de taak je verwachtingen, je heden en je toekomst aan te passen aan de nieuwe situatie waarin die ander voor altijd weg is. Er zijn heel veel manieren om rouw te omschrijven. De wijze waarop de omgeving tegen rouw aankijkt, beïnvloedt ook jou en de wijze waarop anderen met je omgaan”.

Als ‘nieuwe weduwe’ krijg je te maken met vastomlijnde ideeën van anderen.
Waar je niks mee kunt. Over het algemeen zijn mensen begaan, welwillend en zouden ze de ‘situatie’ het liefst voor je oplossen. Maar je lief terugbrengen kan niemand. Het verdriet wegnemen ook niet.

Rouw om het verlies van je partner is iets anders dan rouwen om het verlies van een ouder, een kind, een broer of zus, een hond (ja echt, die vergelijking heb ik aangehoord…) of de rouw na verlies van baan of echtscheiding. Alle vormen van rouw zorgen voor verdriet.
Maar rouw is voor iedereen anders, en daarnaast is ieder individu ook nog anders en dat maakt dat iedereen zijn verdriet weer anders uit. Dat kan leiden tot verbondenheid, onder lotgenoten. Maar het kan ook afstand scheppen tussen mensen.

De relatiekaarten worden na een verlies flink geschud. Op een uitvaart zie je honderden mensen, die allemaal hun laatste eer bewijzen aan de overledene en velen zeggen tijdens de borrel ‘je kunt me altijd bellen’, ‘we zijn er voor je he, maar dat weet je wel’ of ‘gewoon zeggen als we iets kunnen doen’.

Maar je belt niet. Want je wilt niet altijd hoeven vragen. Soms kun je het ook gewoon niet. Dan is het verdriet zó overweldigend dat zelfs de telefoon pakken niet gaat.
Initiatief tonen naar anderen om de contacten te onderhouden is echt gewoon hogere wiskunde. Feestjes bezoeken is de ene keer een onmogelijke opgave en de andere keer ben je tijdens een borrel die ‘plakker’ die met zachte hand de deur uitgewerkt moet worden.
Dat zorgt vaak voor onbegrip.
Want vorige week liep ik toch gewoon te lachen, dus waarom bel ik nu dan zo kort tevoren af? En de eerste zes maanden heb ik toch gewoon gewerkt dus waarom is het nu dan ineens op en zit ik al een aantal weken thuis. Begrijpelijk maar het maakt het wel ongelofelijk lastig.

Tijd. Ook zo’n raar fenomeen. Ook voor iedereen anders.
Voor mij is het pas 7,5 maand geleden dat de liefde van mijn leven ons ineens verliet.
Voor anderen is het duidelijk ‘al’.
‘Als dat eerste jaar maar voorbij is, als je al die eerste keren hebt gehad, dan krabbel je weer op’. Heus? Ik hoor en lees toch echt andere ervaringen van lotgenoten.
En het aantal eerste keren wat al voorbij is gekomen is niet mals.
September – verjaardag van mijn lief.
December – feestdagen en onze 20e trouwdag.
Januari – 17e verjaardag van onze lieve dochter.
Mijn ervaring tot nu toe?
De week ervoor ben je van slag, de dag zelf gaat wel en
the day after is killing. Dan lig je het liefst met je dekbed over je heen in bed.
Daarom besloten om rond mijn verjaardag onze woonkamervloer te laten schuren en lakken. Dan kan ik niemand uitnodigen. Eerlijk gezegd voel ik me ook niet in the mood om iets te vieren.

Dus wat is rouw….geen idee, maar het voelt heel erg rauw dat gemis aan jou….

Rouw Anna Enquist

Vakantiedagboek zomer 2015

Elk jaar hou ik een dagboekje bij tijdens de vakantie.
Toen Julia klein was ben ik daarmee begonnen, om bij te houden op welke dag we wat deden, handig voor het later te maken fotoalbum.

Sinds een paar jaar gebruik ik daarvoor een ringbandboekje van de HEMA, met handige insteekomslag waar brochures van bezienswaardigheden en bonnetjes van aankopen met de creditcard ingestopt kunnen worden. Want ik hou ook tijdens onze vakanties graag goed overzicht. Tot grote hilariteit van mijn lief.

Vanochtend kom ik ineens het dagboekje tegen van de afgelopen zomervakantie.
Onze laatste vakantie samen als gezin.

De laatste dagboeknotitie is van donderdag 30 juli 2015.

’s Ochtends was ik nog in paniek omdat ik tijdens het douchen bijna een van jou gekregen oorbel kwijt was, helemaal happy toen dat niet zo bleek te zijn.
Jouw reactie ‘had ik toch gewoon een nieuw paar voor je gekocht’ was zo typisch Tjebbe; relaxt en relativerend. Dat die oorbellen voor mij een veel grotere waarde hadden dan enkel die van edelmetaal, tja…dat zal wel een vrouwendingetje zijn.

Die middag stierf je. Totaal onverwacht.
Na het douchen, op weg terug naar onze kampeerplek ging je even zitten omdat je je niet lekker voelde. Iedereen heeft ongelofelijk voor je geknokt. Jij nog het wel het hardst.
Een uur later was ik je kwijt.

Ik heb het boekje daarna alleen nog gebruikt om notities in te maken.
Op het terras van de camping, omdat ik daar goed bereik had met onze mobiele telefoon. In de zon en in totale verwarring.
Ik noteerde de afspraken met de ANWB over onze terugreis en de repatriëring van de auto en vouwwagen. En die met het bedrijf dat jou terug zou rijden naar Nederland.
Ook staan er telefoonnotities in van gesprekken met de uitvaartverzorger in Nederland.

Bij thuiskomst werd het mijn lifeline.
In alle emotionele chaos hield ik het boekje constant bij me. Ik maakte lijsten: wie ik moest bellen, waar ik aanvragen in moest dienen, noteerde namen van mensen om een rouwkaart aan te sturen, songtitels van liedjes voor je uitvaart. Er staan dingen in die ik nu echt niet meer begrijp maar die toen kennelijk belangrijk waren. Dit boekje gaat niet bij de andere vakantiedagboekjes maar doe ik in de bewaardoos met de andere spullen van jouw afscheid.

Het terugvinden van dit boekje maakt me opnieuw zo verdrietig en de tranen stromen weer over mijn wangen. Een tastbaar bewijs van het verlies, het gemis, de chaos en totale verwarring. Waar ik nog steeds in verkeer.
Ik besluit om bij een kop koffie het verslag van onze vakantie te lezen.
Niet die laatste dag, want die staat voor altijd in mijn geheugen gegrift.
Vooral het laatste uur samen, jouw gevecht, komt nog heel vaak als een film voorbij.
Maar juist de kleine verhalen over die 20 dagen ervoor.

Op vrijdag 10 juli belde je me aan het begin van de middag op.
Je was zo enorm aan vakantie toe dat je de boer die ochtend had gebeld om de vouwwagen eerder op te pikken. Dan konden we een dag eerder weg…

Gelukkig was ik net als voorgaande jaren op alles voorbereid en stonden alle kampeerspullen al een week in onze woonkamer. Het was enkel nog een kwestie van kleding inpakken en toilettassen vullen.

Het pakken van de kar en nieuwe leasebak, de veel langere rit met files (zaterdag rijden, ja dat deden we anders nooit…), het warme onthaal op Latapie, de traditionele kipmaaltijd met bier en rosé als ons paleis eindelijk staat.

Ik lees over onze twee weken genieten in hangmat, aan het zwembad, ochtendkoffie op het terras in gezelschap van alle katten, struinend over marktjes, wandelend naar de geitenboer of kayakken op de Aveyron.
Ik herinner me weer de door mij gebakken ‘jubileumtaart’, omdat het de 10e keer was dat we op deze prachtige stek vakantie vierden.
De lange avonden boven op het terras met die prachtige zonsondergangen, bloedfanatiek 31-en met vrienden, uren borrelen en lekker vaak samen aan lange tafels BBQ’en.
We hebben genoten…

De oorbellen draag ik elke dag.
Net als ik jou voor altijd in mijn hart zal blijven dragen.

dagboekfoto vakantie 2015